Fruit: Dovyalis

hebecarpa syn.

Aberia gardneri en

Rumea hebecarpa

(Ketembilla)

Algemeen

De ketembilla is een tropische tot subtropische tweehuizige en soms eenhuizige boom of struik die tot 6 meter hoog wordt en die bloeit met trossen (mannelijke) of enkelvoudige (vrouwelijke) groen-gele bloemen gevolgd door groene vruchten die rijpen via oranje en rood naar donkerpaars. By Krzysztof Golik - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=51506494 -

Opkweken

De ketembilla wordt bij ons als kuipplant opgekweekt. Gebruik kuipplantengrond of een mengsel van 60 % potgrond 30 % grof metselzand en 10% leem. Overwinter de plant van half oktober tot half mei bij 5 - 10°C. ’s Zomers op een beschutte en zonnige plek plaatsen. Bemesten van mei t/m augustus. Vermeerdering door zaaien, marcotteren en stekken. Rassen: n.v.t.

Snoeien

De ketembilla moet veel gesnoeid worden om de struik in toom te houden. Houdt de kroon open om het oogsten tussen de gedoornde takken te vergemakkelijken.

Oogsten

De vruchten worden geoogst zodra ze volledig verkleurd zijn.

Gebruik

De vruchten smaken zeer zuur en worden vers (al dan niet met suiker) gegeten of verwerkt tot jam gelei en sap. Er zijn (onbenaamde) variëteiten die minder zuur zijn.